Norbert Freudenstein
"Je moet het leuk vinden om iets goeds te doen voor mensen".
Norbert Freudenstein heeft het hotelwezen altijd in zijn bloed gehad. Zijn grootouders en overgrootouders hadden al een restaurant in de Salzstraße in Kassel.
"De koetsiers parkeerden hun koetsen nog voor en hadden een plek in het restaurant. Natuurlijk was dit geen 'nouvelle cuisine', maar de mensen waren goed gevoed. Na de maaltijd werd de tafel opgevouwen en werden er strobalen neergelegd. De 'ondergeschikten' van de heren sliepen dan op hen, terwijl de laatsten hun eigen kamers kregen."
Norbert Freudenstein leerde dus al vroeg de knowhow van de horeca kennen. Maar zijn pad leidde hem aanvankelijk in een heel andere richting: hij wilde elektrotechnisch ingenieur worden.
"Toen ik jong was, zag ik alleen de donkere kant van het hotelwezen en dacht ik bij mezelf: 'Nee, Norbert, dat doe je niet'. Ik heb altijd ambitie gehad. Maar ik dacht, ook al werk ik 12 uur door als werknemer, daarna kan ik naar huis naar mijn gezin en hoef ik me geen zorgen te maken over banken, personeel of investeringen."
Na verloop van tijd werd Norbert Freudenstein door vrienden en kennissen geïnspireerd om in het hotelwezen te gaan werken. En op de hotelschool ontmoette hij prompt zijn huidige vrouw Angela - "Godzijdank", zegt hij met een glimlach. Misschien mede door de frisse wind van zijn nieuwe liefde, slaagde Norbert Freudenstein erin een opleiding tot hotelmanager te volgen. Maar na een paar banen, kwam er ontevredenheid.
Op 24-jarige leeftijd viel de beslissing en openden Angela en Norbert een klein restaurant. Maar dat was niet genoeg voor de twee. Zij namen verschillende huurcontracten over, waaronder een restaurant in het Odenwald met 120 plaatsen en enkele gastenkamers.
"Er waren absoluut geen winterzaken. In de zomer kon je geld verdienen en in de winter borduurde je tapijten. Dat was niet mijn wereld.
In 1984 werd hem een veelbelovend aanbod gedaan - de Immenhof in Maikammer. Nu moest Norbert Freudenstein een echt financieel risico nemen. Maar vandaag zien we dat het de moeite waard was.
"In die tijd zei ik tegen elke stagiair: als je succesvol wilt zijn in het hotelwezen, is het niet genoeg om van mensen te genieten. Je moet het ook leuk vinden om iets goeds te doen voor mensen. Je moet altijd denken dat mensen hartelijkheid willen, ze willen sfeer en plezier. Zij willen flair en levendigheid in een hotel. En dat heb ik altijd gezien als het mooiste aan mijn werk."
"Ik besefte al snel dat hotelbediende toch niet mijn ding was. Ik denk dat ik daar een te grote mond voor heb. Dus ik dacht dat ik gewoon het risico van zelfstandig ondernemerschap moest nemen." (Norbert Freudenstein)